Tijdens de meest recente zittingen van het Paritair Comité 326 (sector Gas en Elektriciteit) is opnieuw duidelijk gebleken dat de werkgevers momenteel, vooral via woordvoerders van hun patronale federaties, liever een strategie willen volgen van provocaties dan van een normaal sociaal overleg. Reeds geruime tijd vragen we als werknemersvertegenwoordigers om meerdere belangrijke maatregelen te willen bespreken, maar telkens opnieuw geven de werkgevers aan dat ze momenteel hierover niet willen onderhandelen. Meer nog, tijdens de laatste zitting van het Paritair Comité 326 herhaalden de werkgeversvertegenwoordigers dat ze voorlopig over niets anders willen onderhandelen dan over de zogenaamde syndicale telling. Dit is een werkwijze om te kunnen vaststellen aan wie een syndicale premie correct uitbetaald werd en wat een nieuwe basis zou kunnen worden voor een verdeling van de syndicale mandaten. Ook Gazelco vindt dat er een oplossing moet gevonden worden hiervoor, aangezien het nu al jaren aansleept dat de werkgeversorganisaties hun eigen voorwaarden niet wensen te (laten) controleren en andere syndicale organisaties veel te lang geweigerd hebben om de toepassing van hun interpretatie van die voorwaarden te laten controleren. Maar een prioriteit leggen bij een dossier betekent voor ons geenszins dat er tegelijkertijd ook niet kan (verder) onderhandeld worden over andere belangrijke onderwerpen.
Drie zeer acuut te bespreken sectorale dossiers zijn volgens Gazelco : verplaatsingen, personeelstarief (elektriciteit en aardgas) en kwalificatie. Voor elk van deze onderwerpen heeft Gazelco al verschillende voorstellen gedaan ter verbetering ervan voor de werknemers, maar de werkgevers vinden het momenteel helemaal niet nodig om een debat hierover aan te gaan. Voor wat betreft verplaatsingen heeft Gazelco gevraagd om alle vergoedingen of eigen bijdragen bespreekbaar te maken (fietsvergoeding, voordelig tarief van een omniumverzekering voor een privéwagen, sociaal abonnement, overplaatsingsvergoedingen, terugbetaling voor dienstverplaatsingen, …), voor de werkgevers heeft dit alles absoluut geen prioriteit of is zelfs onbespreekbaar. Niemand moet er een tekening van maken dat de vergoedingen of tarieven al lang de hoog opgelopen kosten niet dekken. Indien iemand dat voor zichzelf ook vaststelt in functie van dienstverplaatsingen, is het advies om de eigen wagen gewoonweg niet meer beschikbaar te stellen van een werkgever, men doet er immers verlies aan om dienstverplaatsingen te doen hiermee. Voor wat betreft het personeelstarief worden ook voor het eigen personeel wansmakelijke tarieven aangerekend, waardoor ook deze consumenten soms hierdoor in problemen terechtkomen. Wie begrijpt dit nog ? De sectorale kwalificatiemethode wordt herhaaldelijk en in meerdere bedrijven niet gerespecteerd en dus niet correct toegepast, waardoor betrokken werknemers niet de juiste basis hebben voor hun verloning en alles wat hier bijkomend mee te maken heeft.
Binnenkort zou normaal gezien ook het sectoraal overleg moeten opgestart worden aangaande de tweejaarlijkse af te sluiten Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake Sociale Programmatie voor 2023 en 2024. Ook hieromtrent blijven de werkgevers elke aanzet ontwijken om nog zelfs maar een kalender op te willen maken hiervoor. Ook onderwerpen zoals de digitale deconnectie, de mogelijkheid van invoering van een 4-dagen werkweek, een bespreking omtrent maatregelen om knelpuntberoepen vlotter te kunnen invullen en een afschaffing van een mogelijke negatieve indexering van lonen (en andere voordelen), worden systematisch volledig afgewezen door de werkgevers op sectoraal vlak, soms zelfs als er ook wettelijke verplichtingen rond bestaan.
Meerdere CEO’s van grotere bedrijven in de sector Gas en Elektriciteit hebben schriftelijk beloofd dat er zichtbare resultaten zouden moeten komen in ook bovenstaande dossiers, maar voorlopig is daar helemaal niets van te merken. Andere organisaties blijven de heilige graal van de volgens hen onuitputtelijke mogelijkheden van het overleg in een schijnwerper plaatsen, Gazelco blijft herhalen dat ook het sociaal overleg grenzen kent. Dit overleg moet er natuurlijk zijn en dat moet zoveel als mogelijk ingezet worden, maar evenzeer blijft Gazelco onderstrepen dat na de uitputting hiervan andere middelen kunnen ingezet worden om sociale vooruitgang te realiseren voor alle betrokkenen. Gazelco weet als geen ander wie een dergelijke vooruitgang met alle mogelijke middelen zal blijven nastreven, daarin verschillen wij samen met onze leden fundamenteel van anderen.
Jan Van Wijngaerden